Aanpak algemeen
Meerdere bronnen gebruiken?
Bronnen met elkaar vergelijken en informatie samenvoegen of tegen elkaar afzetten is voor veel leerlingen erg hoog gegrepen, zeker in het basisonderwijs. Dit synthetiseren is een hogere-orde vaardigheid die je eind Havo/VWO leert, als (pre)academische onderzoeksvaardigheid, in voorbereiding op latere studie.
Het dubbelchecken van informatie kan overigens nooit kwaad, maar daar zit nog een flinke adder onder het gras. Op internet wordt enorm veel hergebruikt of domweg gestolen (aggregators). Dus bepaalde informatie bevestigd zien staan zonder goed te kijken naar de makers en de doelen van een bron zegt niets. Denk ook aan persberichten (van welke aard dan ook) die regelmatig zonder nader onderzoek worden overgenomen door nieuwsmedia.
Beginnen met zoeken bij vertrouwde bronnen
Net zoals schoolboeken doorgaans kwaliteitsinformatie leveren, hoort de basis van internet in de klas ook betrouwbaar en begrijpelijk te zijn. Begin online dus ook bij vertrouwde bronnen, bespreek waarom ze vertrouwd zijn en welk doel ze hebben.
Een uitgebreide keuze voor het basisonderwijs vind je op start.slimzoeken.nu, met een onderverdeling per schoolvak. Hier staan de belangrijkste twaalf bronnen op een rij. Maak voor eigen gebruik je eigen lijst met betrouwbare bronnen die je graag bezoekt.
Laat steeds werken in duo’s
Zoeken op internet is enorm afleidend. Laat leerlingen alleen al daarom samenwerken bij internet-zoeken. Maar ook het voorbereiden, het samenstellen van de zoekopdrachten en het beoordelen van de informatie is effectiever als je samenwerkt, liefst aan zelfgekozen onderwerpen. Bovendien valt er veel van elkaar te leren op het gebied van voorkennis en aanpak.
Laat de duo’s na afloop ook weer uitwisselen binnen de hele groep. Bespreek de criteria die aan de orde komen via de Webcheck.
Laat leerlingen ook helpen met elkaars werkproces, elkaars teksten lezen. Leerlingen willen bovendien best meepraten over de criteria waar een werkstuk aan moet voldoen. Ze hebben er veel over te vertellen.
Maak van de uitwisseling een vast moment in elke les.
‘Wat zit je te nu doen? Laat je niet afleiden!’
Makkelijker gezegd, dan gedaan. Apps, videos en websites, ze zijn stuk voor stuk bedoeld om de aandacht zo lang mogelijk vast te houden. Lees: Alter, Adam (2017). Superverslavend. Van Haren Publishing
. Dit boek heeft als kern: afleiding is de intentie van platforms, stoppen en loslaten is een hele kunst. Dat geldt ook voor het gebruik van Google.
Alleen voorwaarden aan de leerlingen stellen over concentratie is kansloos. Samen bespreken wat lastig is en open vragen stellen helpt. Bespreek de problemen rond lezen en concentratie. Ook al ontkennen leerlingen het soms hevig, ze weten tegelijk heel goed dat er veel afleiding bestaat:
- Door advertenties en pop-ups;
- Door onlogische interfaces en verkeerd webdesign (ook van heel gerenommeerde websites);
- Door sociaal gedrag (moet je kijken…);
- Door de zoekmachine zelf. Deze zorgt door het aanvullen van adressen en door zoeksuggesties en door het grote aanbod, zowel voor ondersteuning als eindeloos veel afleiding;
- Door nieuwe ontwikkelingen in technologie en inhoud.
‘Je eigen woorden gebruiken’, waarom precies en hoe?
Aan de ene kant is het echt gewoon te makkelijk geworden voor een leerling om tekst te kopiëren. Of in relatief nieuwe bewoordingen een tekst te laten schrijven door een chatbot zonder ook maar zelf iets van de inhoud te snappen.
Aan de andere kant is het gewoon best moeilijk om zojuist verworven informatie in ‘je eigen woorden’ te herformuleren. Dat is een vak. Je moet er les in krijgen, enthousiast voor gemaakt worden en niet alleen maar een statement te horen krijgen. En dan nog: de vraag is vaak gewoon niet eerlijk. Er wordt vaak eerder bedoeld je mag niet overschrijven uit de bron, dan je eigen woorden zijn toegestaan.
Want: welke taal mag je gebruiken voor de eigen woorden?
Moet alles wel meteen echt in Algemeen Beschaafd Nederlands geschreven zijn? Wanneer je de leerling de ruimte geeft om iets echt in zijn of haar eigen woorden te schrijven, vergroot je daarmee de kans dat het onderwerp daadwerkelijk begrepen wordt.
Overleg dus samen, op school en in de klas, wat de grenzen van thuistaal of straattaal zijn. Zijn beide niet gewoon even interessant als de ‘officiële’ taal? Gebruik plezier in het één om succes te krijgen met het ander.
Taal verandert voortdurend onder invloed van de gebruikers. Leuk om je aan de heersende norm te leren houden – maar dat is dus meer een kwestie van etiquette. Belangrijk voor een sollicitatie of een scriptie, niet voor begrip of creativiteit.
Beloon leerlingen die zich op eigen wijze uitdrukken. Als leerlingen ook waardering krijgen voor hun eigen proces en hun eigen taal, kunnen ze zich misschien ook beter conformeren aan de norm wanneer dat echt nodig is. Laat je als docent verbazen en gooi je ergernis over taalfouten overboord.
Grip krijgen op de taal van de bron
Het omgekeerde kan trouwens ook het geval zijn. Leerlingen juist niet laten schrijven in hun eigen woorden, maar ze de taal van de bron laten gebruiken, om daarmee greep op die taal te krijgen. Door de nieuwe woorden zelf te gebruiken, leert een leerling ermee om te gaan en is het verrijkend.
En dan nog dit
Als ‘schrijven in eigen woorden’ een belangrijk onderdeel is van de beoordeling, laat spelfouten dan aanvankelijk achterwege in het proces en behandel die apart. Het gaat niet om een publicatie, maar om een leerproces. ‘Leren schrijven in je eigen woorden’ heeft tijd nodig, en dat lukt vooral als de leerling plezier heeft in schrijven!